Eerste onderzoek
- Vaststellen of het plaatsen van een implantaat mogelijk is
- Röntgenonderzoek, waarbij ook gebruikt gemaakt kan worden van 3d-technologie (CBCT-scan)
- Opstellen plan en maken van begroting
Tegenwoordig is het mogelijk de diagnostiek en behandeling volledig digitaal gepland uit te voeren. Dit geeft meer nauwkeurigheid, maakt de uitkomst voorspelbaarder en is minder tijdrovend voor de patient in de behandelstoel.
Eventueel een botopbouw, sinusbodemelevatie of tandvlees opbouw kunnen noodzakelijk zijn om een goed en voorspelbaar eindresultaat te behalen. Uiteraard worden deze technieken van te voren met de patiënt besproken.
Inbrengen van het implantaat
- Uw tandvlees wordt, nadat het verdoofd is, een klein stukje opzij gelegd.
- De implantoloog boort een gaatje in uw kaakbot.
- De implantoloog brengt het implantaat in het gaatje aan.
- Uw tandvlees wordt gehecht.
Vastgroeien van het implantaat
- Het geplaatste implantaat moet in een periode van 3-6 maanden vastgroeien in het kaakbot.
Plaatsen van het abutment
Tijdens een tweede, kleine chirurgische behandeling legt de implantoloog het implantaat weer vrij en plaatst het abutment. Dit is een opzetstukje dat door het tandvlees heen steekt. Hierop kan een tandarts een kroon of brug plaatsen.
Hierna kunt u bij ons of bij uw verwijzer:
- Een tijdelijke tand of kies laten plaatsen
- Een uitneembaar ‘plaatje’ laten plaatsen
- Een kroon of brug laten plaatsen
Mondhygiëne
De kroon of brug op het implantaat moet u goed schoonhouden. Anders kan een ontsteking van uw tandvlees en kaakbot rondom het implantaat (peri-implantitis) leiden tot verlies van uw implantaat.
Daarom indiceren wij nazorgcontroles: wij controleren of de implantaten nog goed vastzitten, of het tandvlees rondom de implantaten gezond is en of uw mondhygiëne goed is.